Net als voorgaande jaren waren er in 2024 weer veel fusies en overnames in onze markt. Een trend die zich met name tijdens de coronapandemie heeft ingezet, toen geld bijna gratis was en rendementen, tegen de verwachting in, sky high waren. Toch is er in 2024 een belangrijke trendbreuk te zien. Een trend die vooral van belang is als je een verkopende partij bent en die alles te maken heeft met de economische wet van vraag en aanbod.
De achtergrond is makkelijk te verklaren als we de vergelijking trekken met de huizenmarkt. Iedereen die kinderen heeft in de leeftijd dat ze het huis uit zouden moeten gaan, stelt zich erop in dat er nog een paar jaar aangeplakt worden. Er zijn simpelweg geen (geschikte) huizen terwijl de vraag enorm is. Dit stuwt niet alleen de prijs, maar maakt verkopers ook 'lui'. Een simpele fotorapportage volstaat al om potentiële kopers te trekken. Wordt je huis niet boven de vraagprijs verkocht, dan heb je echt iets niet goed gedaan. Een kwestie van vraag en aanbod.
Zo was het tot voor kort ook op het gebied overnames. Voldoende aanbod, maar vooral een hele grote vraag. We bulkten van het geld en het geld brandde in onze handen. Voor verkopende partijen was het vaak 'an offer I can’t refuse' en veel ondernemers kozen eieren voor hun geld. Geef ze eens ongelijk, ook hier een kwestie van vraag en aanbod.
Deze trend lijkt zich de afgelopen maanden te keren. De vraag is er nog steeds, maar is dalende. Bedrijven zijn zich bewuster aan het oriënteren en kiezen alleen voor een overname als er een honderd procent fit en synergie te behalen is. Het aanbod daarentegen is gegroeid. Verkopende partijen ervaren een grotere noodzaak om te verkopen, doordat resultaten achterblijven en wet- en regelgeving zich dwingt om fors te investeren in verduurzaming. Het is niet voor niets dat het aantal faillissementen en het aantal overnames vanuit een faillissement toeneemt. De markt is gekeerd naar 'an offer I must take', en daarmee nog steeds een kwestie van vraag en aanbod.
Als verkopende partij is het dus zaak je te onderscheiden. Om de vergelijking met de huizenmarkt weer te maken, je laat bij de koop van een woning altijd een technische keuring uitvoeren om niet achteraf voor verrassingen te komen staan. Een vitaliteitscan (technische keuring) van je bedrijf, waarmee de plus en minpunten worden bloot gelegd, kan daarbij helpen. Dit heeft zowel voor potentiële kopers als voor de verkoper voordelen. Voor de verkoper die geen koper vindt is het voordeel dat hij met de vitaliteitscan een 'technische keuring' krijgt als leidraad om zijn huis op te knappen. Een opgeknapt huis verkoopt nou eenmaal beter.
Een koper krijgt met de scan een goed inzicht in wat hij koopt en daardoor is een koop sneller gesloten. Een due dilligence is er vaak alleen op gericht hoe een bedrijf er financieel en juridisch voorstaat. Heel belangrijk, maar een bedrijf is veel meer dan een optelsom van getallen en contracten. Het is een optelsom van strategie, organisatie, processen en vooral mensen wat een bedrijf uniek maakt. En al die zaken passen soms wel bij de ene eigenaar en niet bij de andere.
Een aantal jaren geleden begeleiden we een bedrijf dat door de voormalig eigenaar werd teruggekocht van het bedrijf dat het vier jaar daarvoor van hem had gekocht. Het bedrijf was honderd procent gezond en rendabel toen het werd verkocht, maar vanaf het moment van kopen werd er alleen maar verlies geleden. Na vier jaar vond de koper het welletjes en men bood het bedrijf voor een appel en een ei weer aan bij de voormalige eigenaar. Binnen een jaar hadden wij het bedrijf weer flink winstgevend. De vraag van de koper was later hoe dat nou toch kon. Ze hadden de beste en duurste juristen en accountants ingehuurd destijds en toch ging het mis. Ons antwoord op die vraag was dat ze hadden vergeten een technische keuring uit te laten voeren.